Weerzien met Comanche: het requiem van Red Dust Prachtige recensie op de website van de 9de kunst door Eric Ploegmakers
Als een personage eenmaal monument is geworden, moet je van goeden huize komen om hem opnieuw tot leven te wekken. Zeker wanneer hij, zoals Red Dust uit Comanche, behoort tot de canon van de Europese western. Je zou kunnen zeggen dat hij samen met Blueberry en Durango de gouden triade vormt van stoïcijnse solisten die de frontier belichamen. Greg en Hermann bouwden in de jaren ’70 en ’80 een flink universum rond de Triple 6-ranch, met intriges die gloeiden van morele dubbelzinnigheid. Red Dust was daar de rode draad in. Hij was een cowboy met een rugzak vol onuitgesproken trauma, maar rechtlijnig genoeg om te blijven staan in een genre dat graag romantiseert.
Dat Romain Renard, bekend van Melville, juist die man zou terugroepen uit het stof, is op zijn minst opvallend. Dat Hermann hem daarvoor volledige artistieke vrijheid gaf nog meer. Dat het resultaat geen nostalgische pastiche werd, maar een verstilde, zwart-witte meditatie op de vergankelijkheid van de westerngenre-mythe, is echt verrassend. Toch is Weerzien met Comanche precies dat, het is de western na de Western.
We ontmoeten Red Dust op leeftijd, ergens aan de rand van Californië, in een tijd waarin paarden worden weggeblazen door motoren en waarin de frontier meer metafoor dan realiteit is. De wereld is doorgedraaid, het Wilde Westen is naar het museum verhuisd en Red Dust is het enige dat achterbleef. De rust wordt doorbroken wanneer Vivienne, een jonge bibliothecaresse met een fascinatie voor “de geschiedenis van het echte Westen”, hem opzoekt. Vivienne heeft documenten gevonden die wijzen naar onopgehelderde gebeurtenissen rond de Triple 6-ranch, de plek die als een litteken door Red Dust’ leven loopt. En hoewel hij haar in eerste instantie afwimpelt, duwt haar aanwezigheid een oud, roestig deurtje open.
Vivienne overtuigt hem uiteindelijk om terug te reizen naar wat ooit zijn thuis was. De Triple 6, de ranch die decennia eerder een familie, een bedrijf en een brandhaard van conflicten was. Renard gebruikt deze roadtrip als ruggengraat van het verhaal. De tocht voert langs verlaten benzinestations, stoffige dorpen waar iedereen elkaar kent en sporen van moderniteit die op wrange wijze botsen met de cowboyerfenis.
Onderweg openen zich kleine barsten in Red Dust’ gepantserde herinnering. Vivienne stelt vragen en Renard speelt met flashbacks, verschuivende perspectieven en droomachtige sequenties die nooit helemaal zeker maken wat herinnering en wat spijt is.
De keuze voor zwart-wit is cruciaal. Waar Hermann’s lijnvoering ooit zinderde van zonverhitte prairies en kleurcontrasten, kiest Renard voor een soberheid die direct doet denken aan de fotografie van Walker Evans en Edward Curtis. De schaduwen zijn diep, het licht hard, en de pagina’s laten je vaak zwijgend kijken. De stilte is meesterlijk getimed. De prenten zijn dan ook haast fotografisch. Het Westen is niet meer kleurrijk, het is vervaagd, verbrand door tijd.
Renard maakte Weerzien met Comanche een schemerverhaal over wat er overblijft wanneer de frontier is verdwenen. De tocht is duidelijk de laatste grote rit van Red Dust. Deze keer niet om iemand te redden, maar om zichzelf niet meer te hoeven ontlopen.
Wie Comanche kent, herkent elementen. De Triple 6, de melancholie, de eenzaamheid. Hier is een nieuwe laag die de reeks nooit eerder zo duidelijk durfde aan te raken: de verantwoordelijkheid over het verleden. Red Dust lijkt zelf niet meer te weten wat echt gebeurd is en wat een verwrongen herinnering, maar de schoonheidsprijs verdient het sowieso allemaal niet.
Voor de puristen die snelle actie zoeken, kan dit album traag zijn. Voor lezers die geïnteresseerd zijn in wat er onder de leren jas en de ruwe stoppelbaard schuilgaat, is dit het eerlijkste cowboyverhaal dat Renard had kunnen maken.
Copyright Erik Ploegmakers www.9dekunst.nl





